Ik ben een enorme fan van mindmaps. Ze zijn makkelijk, multi-inzetbaar en super handig! Om bijvoorbeeld ideeën uit te werken, te reflecteren of een plan te maken. Je kan er letterlijk en figuurlijk alle kanten mee op. Lees hieronder hoe jij je eigen mindamp maakt.
Wat is een mindmap?
Mindmappen betekent letterlijk ‘je gedachten in kaart brengen’. Het helpt je jouw gedachten te ordenen en overzien. Het is ooit bedacht door psycholoog en auteur Tony Buzan. Een mindmap is een is een super middel om creatief op gang te komen en tot nieuwe ideeën en inzichten te komen. Dat komt doordat de techniek aansluit bij de natuurlijke werking van onze hersenen en manier van ideeën bedenken, namelijk associëren.
Een mindmap maken
Bij een mindmap zet je één idee of vraagstuk centraal en werk je vanuit daar uit steeds verder naar buiten met alle associaties die je er bij hebt. Deze ideeën breng je onder in ’takken’. Met gebruik van deze lijnen, kleur en symbolen breng je vervolgens structuur aan en maak je jouw mindmap overzichtelijker.
Net als bij een brainstorm zijn er bij mindmappen niet echt regels. Het gaat er vooral om dat je jezelf vrij laat om alles op te schrijven wat in je komt, want zo kom je tot de beste uitkomsten.
Wel zijn er wat richtlijnen:
- 1 woord per tak, en dus geen hele zinnen! Dit geeft je brein meer vrijheid om door te associeren.
- Bedenk voor je begint na over wat je doel is van de mindmap
- Wees concreet
- Laat je gedachten de vrije loop
- Maak niet te veel subniveau’s in de takken
Stappen
Pak een (groot) vel papier en leg deze ‘liggend’ neer. Zorg dat je een aantal gekleurde stiften of potloden bij de hand hebt. Schrijf nu in het midden jouw onderwerp of vraag en maak er eventueel vast een kleine tekening omheen (met kleur).
Brainstormen maar! Breng met behulp van lijnen (ook wel ’takken’ genoemd) vanuit dit midden jouw associaties en gedachten in beeld. Gebruik dikke lijnen voor de hoofdzaken, en dunnere ‘zijtakken’ voor de details/ afgeleiden van de hoofdzaken. Geef elke hoofdlijn een andere kleur en maak vloeiende, organische lijnen (dus niet recht).
Schrijf op elke lijn de associatie/ het woord. Hoe belangrijker het is, hoe groter (en dikker) je het schrijft.
Teken ook bij elke hoofdlijn een klein symbool of figuur. Houdt het simpel. Voeg ook kleur toe. Om je ideeën te structuren, maar ook om je creatieve, rechterhersenhelft te stimuleren ;). Laat tot slot de ‘nee, maar’-stand los en geef jezelf de vrije hand. Geniet en zie maar wat er gebeurd ;).
